SP stelt artikel 36 vragen over BTW bij jeugdzorg
SP stelt artikel 36 vragen over BTW bij jeugdzorg
In de collegebrief van 17 maart 2014 (kenmerk 2014/12946) staat onder punt 8.1 de volgende passage :
De heer Du Chatinier heeft opgemerkt dat hij in de notitie nergens leest dat er gekeken is naar de fiscale consequenties van de wijze waarop wij de jeugdhulp gaan organiseren. Het advies om de uitvoering en coördinatie van het regionaal opdrachtgeverschap te beleggen bij de Gemeenschappelijke Regeling Holland Rijnland, in de vorm van een dienstverleningsopdracht door gemeenten, kan echter 21% kostenverhogend werken, omdat voor gemeenten het inkopen van zorgdiensten voor zover betrekking hebbend op individuele derden (net zoals bij de Wmo) niet compensabel is in het BCF.
De SP waardeert de opmerkzaamheid van de wethouder maar maakt zich zorgen om deze passage omdat het naar onze mening zou kunnen betekenen dat, bovenop de korting van het Rijk die de decentralisatie van de Jeugdzorg met zich meebrengt, er ook nog een risico van 21 % ( de niet via het BTW compensatiefonds terugvorderbare betaalde BTW) aan kosten de gemeente boven het hoofd hangt.
Dat is aanleiding voor de SP om de volgende artikel 36 vragen aan de wethouder(s) te stellen:
- Heeft de wethouder inmiddels al duidelijkheid over de fiscale consequenties van de wijze waarop wij de jeugdhulp gaan organiseren?
- Indien hij die duidelijkheid nog niet heeft kan de wethouder dan aangeven wanneer hij die verwacht en wat voor acties hij heeft ondernomen en onderneemt om die duidelijkheid te krijgen?
- Kan de wethouder aangeven wat de consequenties (kunnen) zijn als inderdaad de betaalde BTW niet compensabel is via het BCF? Graag bij de beantwoording van deze vraag niet alleen de financiële aspecten meenemen maar ook de gevolgen voor de keuzemogelijkheid en de kwaliteit van de jeugdzorg.
Wij verwachten de antwoorden, gezien de urgentie, dan ook op korte termijn.
Ronald Geurts, fractievoorzitter
- Zie ook:
- Fractie
Reactie toevoegen